Bas Kosters doet nog steeds hetzelfde

Onorthodoxe kledingontwerpen met veel kleur en prints. Maar ook kinderwagens, pyjama’s voor Zeeman en een jurk voor Barbie. Bas Kosters werd er een grote naam mee in de Nederlandse modewereld. Wild, wild, wild. Met een joint op de lippen en gaan. Nachtenlang feesten. Toestanden. Zo was Bas Kosters ooit, in zijn stu­dietijd en vlak daarna.

In 2001 studeer­de hij af aan de AKI in Enschede en trok naar Amsterdam, voor een mode­ontwerper een niet zo gekke stap. “In het begin werkte ik veel in het nachtle­ven. Ik deed performances, ik trad op met mijn band, ik ging veel uit. Dat was toen een belangrijke inspiratie­bron.”

Uit al die impulsen, inspiraties en ideeën rolde een letterlijk bonte verza­meling ontwerpen die van Bas Kosters een van Nederlands meest spraakmakende en ongrijpbare ontwerpers maakte. Titels van zijn collecties en bijbehoren­de shows geven een indi­catie van zijn onortho­doxe manier van denken: That puts the U in Ugly, LOVE FUCK YEAH, Clowns are people too.

Kosters heeft collec­ties gepresenteerd tij­dens de Amsterdam Fas­hion Week, maar hij orga­niseert zelf ook de tegen­hanger Anti Fashion Par­ty. Om routine te voorko­men en glamoureuze zelf­genoegzaamheid te ver­mijden. Er moet immers altijd tegenspraak zijn.

Vandaag draagt hij dit: halfhoge zwarte laarzen. Een knalgeel LA Lakers jasje over een rood T-shirt met opdruk. “Blondie!”, roept een as­sistente. Bas Kosters komt vers van de kapper. Heel kort dit keer en inderdaad blond. Hij ver­ontschuldigt zich dat hij iets te laat is, schudt met ferme hand en stelt zich voor: “Bas”. Nog even geduld graag. “Ik moet er eerst even een paar op hun donder geven.” Maar wanneer hij zijn medewerkers begroet die zich even ver­derop ophouden in zijn studio, dertien hoog in het World Fashion Centre in Amsterdam, net buiten de ring van de­ A10, blijft het gemoedelijk.

Ongrijpbaar is hij omdat hij zich niet alleen op mode richt. Met even­veel elan gaf hij al twee ke????er een kin­derwagen vorm. Hij heeft een eigen magazine, Extra Kak. Momenteel werkt hij onder andere aan de vormge­ving van een toneelstuk. Vier jaar gele­den maakte hij tongen los met een leg­ging met een print van penissen. Ter­wijl hij een jaar eerder nog iedereen had verbaasd door een samenwerking aan te gaan met textielketen Zeeman. Pyjama’s ontworpen door Bas. ,,Produc­ten voor de massa”, zal hij later deze middag zeggen.

Poppen. Bas Kosters (38) pakt een kop koffie en gaat aan een tafel zitten waar allerlei poppenhoofden op staan, klein en groot, kleurrijk en hagelwit. Poppen fascineren hem. Hij maakte al eens een ont­werp voor de aankleding van Barbie. Hij struint stad en land af op zoek naar poppen. ,,Naar van alles eigenlijk. Oude speelgoedjes, lappen, stoffen kleren, boeken. Het is meer het speuren wat ik leuk vind.”

Een flink deel van dat struinen heeft plaats in Twente, want hij heeft een band met de streek die verder gaat dan al­leen de tijd aan de AKI, de wilde nachten in ’t Bölke en zijn eerste per­formances in de stad. Hij is geboren in Zutphen, maar zijn ouders hebben een drogisterij gehad in Hengelo, zijn broer is in Hengelo geboren en zijn oma woonde er. Aan de Groenhofstraat. Hij glun­dert bij de herinnering aan fietstochten naar zijn oma en de bezoeken aan het Kristalbad. “En dan bij oma eten. Er is gewoon een· familieband. Een gedeelte van mijn geschiedenis ligt daar.”

Tijdens zijn tijd aan de AKI woonde hij in één huis met een vrouw die nog altijd een van zijn beste vriendinnen is. “Zij is voor mij de motivatie af en toe naar Enschede te gaan. Gaan we met haar autootje naar de kringloop­winkel in Losser en de Wawollie in Goor. Doen we dat soort activiteiten.” Om de speurtocht zelf, maar toch ook om wat hij aantreft. ,,Ik ben mijn hele jeugd omringd door de veelheid der dingen. Mijn moeder is een verza­melaar. Mijn opa en oma hadden een vol huis. Ik ben echt een spullenmens. Zo ben ik opgevoed.” Materialen brengt hij ook bijeen om ze mogelijk opnieuw te gebruiken. “Re­cyclen is een belangrijk deel van mijn werkwijze. Nu zoek ik bijvoorbeeld naar vlaggen, katoenen vlaggen. En dat zie je dan een keer terug. Er zijn wei­nig dingen die ik doe die niets met mijn werk te maken hebben. Stel je voor dat ik een film ga kijken. Daar haal ik inspiratie uit, ook omdat ik een film kijk die een link heeft met mijn interesses. Die interesses zijn weer ge­voed door de dingen die mij boeien in mijn werk. Een vicieuze cirkel.”

Recyclen. Hergebruik ziet hij niet als citeren, maar louter als recyclen. ,,Als ik een paar oude vlaggen koop en die verknip 9m er iets nieuws van te maken, is dat letterlijk recyclen. Inspiratie gaat in een salade waar je zelf weer iets uit sa­menstelt. Bij citeren is het niet van je­zelf.”

En dat moet wel, het moet van Bas Kosters zijn. “Überhaupt heb ik moeite om de schijnwerper aan iemand anders te geven. Ik ben niet egoïstisch, maar ik ben wel egocentrisch. Ik realiseer me heel goed dat ik al deze dingen niet alleen kan, ik waardeer ook mijn team, maar uiteindelijk werken we wel aan mijn oeuvre, aan mijn droom. Het is niet dat ik de ander niet zie, maar ik ben het. Niet iedere artiest of designer heeft op deze manier behoefte zichzelf zo permanent in het midden te plaat­sen. Ik wel.”

Betekent ook dat de kritiek, zo die er is, op hem neerdaalt. “Enerzijds is het zoeken naar de spotlights. Ander­zijds breng ik mezelf in een kwetsbare positie. Er wordt constant naar je geke­ken, je wordt voortdurend beoordeeld. Soms moet ik kwetsbaarheid laten zien. Dat hoort erbij, want ik ben het uithangbord, de spil, de motor, ik ben het DNA.”

Koele kikker. Zo wild, wild, wild als begin deze eeuw is Bas Kosters niet meer. Hij zegt bet zo: “Ik heb fasen doorgemaakt.” Hij noemt er een aantal. “Een heel erg onzekere, maar wel zoekende tiener die zich ontworstelde aan het juk. Een redelijk koele kikker die het allemaal wel wist. Een extreem schreeuwerig persoon. Zo is dat allemaal gegroeid en veranderd.”

Meer en meer, zegt hij, heeft hij zich de laatste jaren gericht op persoon­lijke ontwikkeling.Zo kan het gebeuren dat hij deze middag in Amsterdam, gevraagd naar wat hij over vijf jaar doet, zegt dat hij zichzelf wel ziet zit­ten ‘met een naaiwerkje op een warme veranda in Spanje’. Hij schaart het on­der: ‘ruimte creëren voor mezelf’. “Ik zou werkelijk niet weten wat ik “anders zou willen doen of kunnen in het leven dan dit. Ik kan het hooguit nog meer na mezelf toetrekken. Soms merk ik dat ik het prettig zou vinden uit de drukte weg te gaan en me meer op mezelf te richten.” Hij zwaait breed­uit met zijn armen. ,,Kijk. We zijn een klein bedrijf Voor klussen komen daar nog freelancers bij, er lopen stagiaires rond. Hoe zou het zijn om klei­ner, intiemer te werken? Op een plek waar het le­ven misschien wat relaxter is. Ik vind het leven sowieso hectisch. Het le­ven kan ook te veel impulsen geven. Je kunt wel een miljoen ideeën hebben – aan ideeën nimmer een gebrek – maar je moet ze ook kunnen verwerken en verbinden.” Hij zwijgt even, neemt een slok kof­fie, kijkt bedachtzaam rond. ,,Vroeger was ik een wild kind en had ik geen zin om verbanden te zien. Dat is min­der geworden, waardoor er veel meer ruimte is om connecties te maken en te reflecteren Wie ben ik en hoe verhoudt zich dat tot mijn werk?”

Pyjama’s. In 2011 ontwikkelde hij een collectie voor Zeeman. Een avant-garde ontwer­per met een lijn voor een keten van goedkope textielzaken. Op het oog een enorm contrast. “Een gewaagde stap buiten mijn comfortzone toen.” Wel een die hem goed is bevallen en een die hij, misschien nu nog wel meer dan destijds, vindt passen bij dat waar Bas Kosters Studio voor staat. “Ik mag geen details bekend maken, maar er komt weer zo’n vorm van samenwer­king aan.”
In 2011 ontwikkelde hij een collectie voor Zeeman. Een avant-garde ontwer­per met een lijn voor een keten van goedkope. textielzaken. Op het oog een enorm contrast. “Een gewaagde stap buiten mijn comfortzone toen.” Wel een die hem goed is bevallen en een die hij, misschien nu nog wel meer dan destijds, vindt passen bij dat waar Bas Kosters Studio voor staat. ,,Ik mag geen details bekend maken, maar er komt weer zo’n vorm van samenwer­king aan.”

Compleet. Wat hij aan de samenwerking zo goed vond, was dat hij alle vrijheid kreeg om te doen waar hij goed in is. “Ik kon niet alleen die pyjama’s ontwikkelen, maar ik kon mezelf ook in het midden plaatsen.” Het lan­ceringsevenement, de winkelaankleding, de pr, multimedia: alles was in zijn handen. “Een compleet pak­ket. Dat maakte het sterk. Het was een heel duidelijk voorstel in al zijn lagen. En veel mensen hebben mijn pyjama, hoe leuk is dat?! Er zou eigenlijk een re-edit moeten komen. Je brengt ge­voel, creativiteit en vreugde bij de men­sen. Dat vond ik er leuk aan.”

Bas Kosters is geboren in het junkjaar 1977, “Grappig eigenlijk.” Maar voor invloeden en impulsen kijkt hij breder, naar de jaren zeventig in het al­gemeen. “In 1980 was ik 3, maar ik voel me wel een kind van de jaren zeventig. Stylewise, hoe ik me wil kleden en wat ik interessant vind.” Net zo goed disco als punk. “Ik heb maar één punk­plaat op mijn laptop staan, de enige el­pee van de Arnhemse punkband Tedje en de Flikkers. Ik luister veel meer naar disco. Met van die zoete, gezellige, optimistische sfeer. Motown, Italo hou­se.” De jaren zeventig, voor Bas Kosters: “Een soort woede of enthousiasme van de jeugd, omgezet in een visual. Een vi­sualisering van enthousiasme. Het was gewoon dé tijd.” Zegt hij achteraf. De videoclips op MTV, die hij rond 1990 zag en waarin muziek, beeld en kle­ding een bezield verband aan gingen, inspireerden hem met kleding bezig te gaan. “Met kleding en met uiterlijk”, preciseert hij. “Dat is echt een trigger geweest.”

Al kwam het ook weer niet hele­maal uit de lucht vallen. Hij herinnert zich middagen bij oma op zolder. Zat hij te trekken in oma’s kledingkist en paste hij die kleren aan. ,,Eigenlijk speel ik nog elke dag mijn leven. Of ik was een oud kind, ofik ben een jeugdi­ge volwassene. Ik doe nu alles met meer zicht, maar ik doe nog steeds het­zelfde.

– – –

BRON: TC Tubantia. TEKST: Theo Hakkert. FOTO: Carlo ter Ellen

– – –

Website: Bas Kosters