Herdenkingsmunt ‘Waterloo Vijfje’ van Marjolein Rothman i.s.m. Christian Benecke

Op 18 juni 2015 was het precies 200 jaar geleden dat de Slag bij Waterloo plaatsvond. Ter ere hiervan gaf het ministerie van Financiën een nieuwe herdenkingsmunt uit, geslagen door de Koninklijke Nederlandse Munt. Het Waterloo Vijfje is ontworpen door AKI Fine Art docent Marjolein Rothman. Crossmedia Design student Christian Benecke verzorgde de typografie op de munt. De Prins van Oranje (de latere Willem II) werd door sommigen de ‘held van Waterloo’ genoemd. Daarom is zijn steek, het kenmerkende hoofddeksel dat hij droeg, de basis voor het ontwerp van de keerzijde van het Waterloo Vijfje. De munt brengt heden en verleden bij elkaar: het portret van Koning Willem-Alexander is op de toekomst gericht. Op 15 juni j.l. werd de eerste munt geslagen door Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert.

Marjolein Rothman over het ontwerpproces: Om aan de Nederlandse herdenkingsmunt van Waterloo vorm te geven ben ik op zoek gegaan naar een symbool dat zowel overwinning als verlies uitdrukt. En dat tegelijkertijd verwijst naar het aandeel van de Nederlandse koning in de slag.

Enkele jaren geleden schilderde ik een uniform, een helm met veren en ook een steek, als verwijzing naar de oorlogen waarin zij waren gedragen. Het ging om levenloze objecten, uitgestald in een museum, waarvan ik me afvroeg door wie ze waren gedragen en wat er met hen was gebeurd. Ik was gefascineerd door de manier waarop ze afkomst en rang moesten aangeven. En hoe ze bedoeld waren om te imponeren terwijl ze in de strijd uiteindelijk ook nutteloos geweest moesten zijn.

Deze tweeledigheid, verbonden met het lege object van een steek, kon ik juist ook bij het verbeelden van 200 jaar Waterloo gebruiken. Weliswaar is er bij de slag een einde gekomen aan een lange periode van franse overheersing maar Waterloo roept ook het beeld op van enorme verliezen en slagvelden vol gevallen mannen.

Omdat ik het Nederlandse aandeel in de slag bij Waterloo een plaats wilde geven op de munt ben ik op zoek gegaan naar het hoofddeksel dat koning Willem II gedragen moest hebben tijdens de slag bij Quatre Bras. Ik zocht in archieven op internet, had contact met conservatoren van o.a. het Rijksmuseum en het Koninklijk Huisarchief en bezocht Waterloo, het Wellingtonmuseum en het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis in Brussel maar niemand leek precies te weten waar de steek zich bevond. En of deze nog bestond. Er bleek onduidelijkheid te bestaat over welke steek de koning gedragen zou hebben. Een historicus merkte op dat het opvallend was dat de koning vaak blootshoofds was afgebeeld. Ik kreeg teksten toegestuurd waarin het hoofddeksel beschreven was en afbeeldingen met het onderschrift: „mogelijk toebehorend aan“.

Het confronteerde me met het gegeven dat de geschiedenis slechts bestaat uit representaties. De steek had misschien niet eens echt bestaan maar speelde wel een belangrijke rol op de schilderijen en prenten die van de Prins bij Waterloo gemaakt zijn. Het klopte dan ook om deze geschilderde steek als uitgangspunt te nemen voor de munt. Want vooral zo (her)kennen we de Nederlandse koning in de slag bij Quatre Bras: met de steek boven zijn hoofd als een gebaar van overwinning. Op een ander beroemd schilderij van Pieneman dat zich in het Rijksmuseum bevindt en op het beeld van de Prins van Oranje dat bij het Binnenhof staat, lijkt hij er met een zwaai de juiste richting mee aan te willen geven.