Het eeuwige leven van
Abe Kuipers 1918-2016

Duizendpoot en oud AKI docent Abe Kuipers overleed 11 augus­tus op bijna 98-jarige leeftijd. Hij laat een enorme collectie achter van vele soorten werk.

Een creatieve duizendpoot. ‘Kunst moet niet mooi en rustig zijn. Het moet tegenstellingen laten zien zoals het echte leven.’ Geel en zwart kenmerken de schilderijen van de Groninger kunstenaar Abe Kuipers, die mis­schien nog wel meer bekendheid genoot als typo­graaf. Hij ontwierp de bewegwijzeringsborden die in Groningen werden geplaatst nadat de stad in de jaren zeventig met een verkeerscircu­latieplan autoluw of autovrij was gemaakt. Hij ontwierp de catalogi voor het Groninger Museum en veel boeken van de Groningse uitgeverij Wolters-Noordhoff.

Abe Kuipers kon pas na de oorlog zijn kunste­naarschap oppakken. Hij kiest er bewust voor om naast zijn vrije werk ook wat hij noemt toe­gepast werk te maken, zodat hij een bestaan kan opbouwen. Hij ging boeken illustreren en werd’ docent aan een grafische school.

Kuipers vestigde een atelier in Stitswerd. Aan­vankelijk schilderde hij expressionistische land­schappen, geïnspireerd door de Groningse kunstbeweging De Ploeg. Maar het schilderen in deze stijl hield op nadat Jos de Gruyter in 1955 directeur was geworden van het Groninger Mu­seum en Abe Kuipers vroeg om briefpapier voor hem te ontwerpen. Al gauw werd Kuipers de vaste ontwerper van catalogi en ander drukwerk van het museum.

In 1962 verwisselde Kuipers het leraarschap aan de grafische school voor de Academie voor Kunst en Industrie (AKI) in Enschede. Als hij in Enschede was overnachtte hij altijd in Hotel Memphis op het kleine, niet gerenoveerde, zolderkamertje. Normaal gesproken zat dat niet in het aanbod van het luxe hotel. Ook zijn latere opvolger, Gertjan Leuvelink, stond erop òòk daar te slapen.

Naast schilderijen ging Abe ook pop-art achtige collages maken. Hij experimenteerde met nieuwe etstechnieken. Hij brak met landschapsschilderen en concentreerde zich op abstracte kunst, vooral in zwart-wit. Hierin pro­beerde hij zijn politieke en maatschappelijke gevoelens en emoties vast te leggen. ‘Schilderijen zijn geen wandversiering. Geen plaatje. Maar iets van het leven. Het geeft weer wat je be­leeft, wat je voelt. Daar gaat het om in de kunst.’ Eind jaren zestig maakte hij ook films van zijn collages. Hij noemde dit zijn zwarte periode.

In 1981 kon Kuipers stoppen met zijn leraarschap aan de AKI en kon hij ook stoppen met grafisch ontwerpen. Het gaf hem het gevoel he­l lemaal vrij te zijn. Enige tijd maakte hij vooral zeefdrukken in fluorescerende kleuren. Later werden het grote schilderijen. In 1980 ontving hij de H.N. Werkmanprijs voor zijn hele oeuvre. De Stichting Beeldlijn maakte in 2007 een docu-mentaire over zijn leven en werk, met als titel: Het innerlijke reservoir. Vier jaar later verscheen een monografie getiteld Abe Kuipers van de hand van Stijn Hooijer en Auke Kuipers.

– – –

Bron: Deels de Volkskrant. Tekst van Peter de Waard

Documentaire: Abe Kuipers door Podium TV