Kunst heeft de toekomst

Honderden aankomende kunstenaars bezochten de Open Dag van de AKI in Enschede. De kaalslag in de cultuursector deert hen niet. “Je moet je hart volgen.”

Bron: TC Tubantia. Tekst: Herman Haverkate. 

Ze is een van de velen vandaag, Irene Schippers. Scholieren uit het hele land, op de drempel van een nieuw leven, maar eigenlijk verrassend weinig bezig met een eventueel leven na de studie. ,,Ik zie het wel. Ik wil doen wat ik leuk vind. Bij het ontwerpen ligt mijn hart. Dat wil ik volgen. Ik maak liever mooie din­gen dan dat ik ergens wegkwijn op een kantoor.”

Met haar tasje, ge­kregen bij de in­gang, dwaalt ze door het dool­hof van gangen en klaslokalen. Achter elke deur is het beeld anders. Schilderijen en tekeningen, maar ook computers, videoscher­men en een half verduisterde foto­studio volgepropt met apparatuur.

“Je kijkt hier je ogen uit” zegt Irene Schippers. Ze is nog maar 16 en komt uit Hattem. Met ouders en twee zussen is ze in alle vroeg­te afgereisd naar Enschede. “Twee weken geleden waren we in Arn­hem, maar de sfeer hier is totaal anders. Kleinschaliger, opener. Bo­vendien wil ik me richten op het ontwerpen. Websites, tijdschrif­ten, noem maar op. Dan is er eigenlijk maar één echte optie: Enschede.

– – –

Een kort gesprek met Heinjan Geerdink, één van de docenten, verduidelijkt veel voor haar. Hij vertelt basale dingen, maar ze knikt enthousiast. Dat het op de AKI niet alleen gaat om het ma­ken van wat anderen je vertellen, maar ook om wat je zelf bedenkt. “Het komt uiteindelijk aan op je eigen creativiteit. Die willen we hier ontwikkelen en dat bepaalt straks of je een goede ontwerper wordt. Het woord kunstacademie klinkt voor veel mensen vaag, maar in de praktijk is het hard werken. We gaan tot het gaatje.”

Dat het met die toekomst wel eens mee kan vallen, is de rotsvas­te overtuiging van Marc Boumees­ter, sinds dit voorjaar directeur van de AKI. Het profiel van de academie is veranderd, betoogt hij tussen de bedrijven door. Natuur­lijk, er wordt nog steeds geschil­derd en getekend, maar nieuwe technieken en opleidingen wor­den steeds dominanter in wat in de ogen van de buitenwereld nog maar al te vaak als een anarchis­tische wereld wordt ervaren.

“De AKI had altijd de naam van een vrijgevochten zooitje we­reldvreemde types”, aldus Bou­meester. “Het idee bestond en be­staat dat je hier zo maar binnen­wandelt en na vier jaar navelsta­ren de deur uitloopt. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe fout dit idee is. De waarheid is dat we een strenge selectie hebben aan de poort en dat we hoge eisen stellen aan onze studenten. Van vrijblijvendheid is geen sprake. Iemand die hier vandaan komt, kan wat op het gebied van creativiteit.” De cijfers, zegt hij, geven hem gelijk. De twee hoofdopleidingen van de AKI, Crossmedia Design en Fine Art, kregen niet alleen ho­ge rapportcijfers, maar scoren ook verrassend goed als het gaat om het krijgen van een baan. “Na 1,5 jaar blijkt slechts 6 procent van on­ze studenten geen werk te heb­ben. Dat is gelijk aan hbo-econo­mie, maar beter dan pakweg toe­risme.

Voor ontwerpers zijn de vooruitzichten zelfs ontzettend goed. De wereld is veranderd. De mensen hechten aan hoge kwaliteit van het leven, meer dan aan geld. Ze willen dingen die esthe­tisch goed zijn. Onze ontwerpers kunnen die leveren.” Vergeleken met de gloriejaren onder de legendarische directeur Joop Hardy zijn de oude afdelin­gen schilderkunst en beeldhou­wen relatief klein geworden. Veel is verdwenen, maar veel is ook ge­bleven. “Zeefdrukken, analoge fo­tografie: het kan hier allemaal nog. Vorige week hadden we de nieuwe burgemeester op bezoek. Die kreeg een schort voor en maakte zelf een zeefdruk met het logo van Enschede. Dat had hij elders niet gekund.” De kunst voor de toekomst, zegt Boumeester, zal zijn de ba­lans te bewaren tussen het oude en het nieuwe. “We zijn een klei­ne school en kunnen niet meer al­les doen. Maar als het gaat om mo­dern ontwerpen, met de nieuwste technieken, en aan de andere kant het ouderwetse kunstenaarschap, dan moet je hiernaartoe. Daarin zijn we als AKI uniek.”

De kleinschaligheid is een voordeel, zegt hij. “Je bent hier als stu­dent geen nummer, maar een naam met een geschiedenis.” Dat de studentenaantallen op dit mo­ment aan de lage kant zijn, veront­rust hem niet. “We groeien elk jaar een beetje, in tegenstelling tot andere kunstopleidingen. Maar we hoeven ook niet groot te wor­den. Zo’n 350 studenten is ideaal. Daarom ook heb ik deze week ge­roepen: ik wil er op deze dag hon­derd studenten bij.” Of die er komen, is de vraag. Irene Schippers aarzelt in elk ge­val niet. “Als ze mijn werk goed beoordelen, kom ik.” Ook voor beeldend kunste­naars is er hoop. Boumeester: “Je kunt juist in die wereld tot grote hoogte stijgen. Niemand moet zich laten afschrikken door de vraag naar het maatschappelijk nut van kunst. Dat vraag je ook niet aan de eigenaar van een bril­lenwinkel. Er is, juist in deze onze­kere tijd, een grote behoefte aan kunst: zolang de mens leeft, zal dat zo blijven.”

– – –

Ik wil m’n hart volgen. Floris Klokgieters (21): “Ik ben hier omdat ik m’n hart wil volgen. Sinds mijn eindexa­men in 2013 heb ik rechten, chemi­sche technologie en geschiedenis gestudeerd. Studies die ik koos met m’n verstand, in de vaste overtuiging dat je straks verze­kerd zou zijn van een baan.
Nu, drie jaar later, moet het an­ders. Ik doe liever iets wat ik echt leuk vind. Sinds een paar jaar maak ik strips. Het is bij.toeval be­gonnen, maar eigenlijk alleen maar belangrijker geworden. In Zwolle is een opleiding voor strip­tekenaar. Voordat ik daarvoor kies, wil ik ook eerst andere opleidingen hebben gezien. Ik ben onder de indruk van de sfeer hier. Na de negatieve ervaringen van de afgelopen jaren, is het een weldaad om te merken dat het ook echt anders kan.”

De basis ligt in Qatar. Zillah van Opdorp (16): “Ik kom uit Hulst, Zeeuws-Vlaan­deren. Dat is ver weg, maar En­schede is een logische keuze. Voor modern ontwerpen, met de achtergrond van een echte academie, moet je hier zijn. Ik wil ontwerpen. Het liefst op het gebied van mode, maar ook andere din­gen. Ik heb echt het gevoel dat je daar in deze tijd een toekomst op kunt bouwen. Of ik ook nog iets anders zou willen? Nou, eigenlijk niet. Ik woonde met m’n ouders enkele jaren in Qatar. Niet normaal wat daar allemaal gebeurt op het gebied van kunst en ontwerpen. De emir ziet dat als een middel om zijn land in de etalage te zetten. Ik heb er exposities ge­zien van Rembrandt en Damien Hirst. Als er ergens een beginpunt is van mijn interesse voor kunst en design, dan is het daar.”

Zo kan ik mijn frustraties kwijt. Jeroen Jansen (18): “Ik zit in 5 havo van het Montesso­ri College in Hengelo en volg al de vooropleiding van de AKI. De keuze straks is dus niet moeilijk. Het wordt deze academie, zonder twijfel. Kunst is voor mij de enige manier om me te uiten. Dat heeft te maken met mijn autisme. Ik heb vaak moeite de juiste woor­den te vinden. Wat me niet lukt in taal, lukt me vaak wel in beel­den. Zo kan ik m’n frustraties toch nog kwijt. Ik weet ook zeker dat ik kies voor de beeldende kunst. Ik wil zelfstandig kunstenaar worden. Mooie dingen ma­ken, het liefst driedimensionaal: daar ben ik op dit moment op za­terdagen al mee bezig. Straks zal ik er helemaal voor gaan. Ik kan niet wachten tot het zover is.”